29 maart 2024

2 snelheden draaistroommotor

Ik heb een draaistroommotor voor een draaibank. Op het type plaatje staat 700/1400 rpm. In het aansluitkastje zit een erg vervaagd aansluitschema. Als ik het goed heb is de aansluiting als volgt:

Laag toerental: De 3 fasen op Ua, Va, en Wa. Overige punten niets.
Ua o————–
. . . . . Ub o
Va o————–
. . . . . Vb o
Wa o————–
. . . . . Wb o


Hoog toerental: De drie fasen op Ub, Vb en Wb. Ua, Va en Wa kortgesloten
Ua o
. . .| . Ub o——-
Va o
. . .| . Vb o——-
Wa o
. . . . Wb o——-

Klopt dit?
Is dit een wat genoemd wordt een pooltalomschakelbare motor?

Heb ik hier een speciale schakelaar voor nodig en moet de aansluiting voor het ene toerental helemaal verbroken zijn voordat die voor het andere toerental wordt gemaakt?

Alvast bedankt voor het advies,

Pean



Dit is een een zogenaamde “Dahlander schakeling”                                         Lees verder…………….

Het toerental bij asynchrone motoren wordt bepaald door het aantal polen, of poolparen ( 2 polen = 1 poolpaar ) volgens de formule: f = p * n  ofwel: n = f / p  [toerental = fequentie / aantal poolparen]. De frequentie in Europa ligt vast (50 Hz = 3000 omw/min), zodat het toerental dus alleen afhangt van het aantal poolparen.  Het aantal poolparen wordt weer bepaald door de wikkeling. Door de motor zodanig te wikkelen dat het aantal poolparen te varieren is krijg je een motor met 2 of meer toerentallen. Een bekende en veel toegepaste methode om dit te doen is de z.g. dahlanderschakeling, die hieronder is afgebeeld. De verhouding van de toerentallen is bij de dahlander schakeling altijd 1 : 2. Is de verhouding van de toerentallen anders (b.v. 1 : 3), dan zijn er gescheiden wikkelingen wikkelingen gebruikt.



Uit de gegevens blijkt dat bovenstaand schema van toepassing is op uw draaistroommotor. Bij deze schakeling zijn er 2 uitvoeringen mogelijk, die betrekking hebben op de wikkelmethode ( E en S type).


Uitvoering E heeft een eenvoudigere wikkel methode, maar een minder goede symetrie van het draaiveld. Bovendien moet bij dit type wikkeling, bij de overgang van het lage naar het hoge toerental, 2 fasen worden verwisseld. Het E type wordt het meest toegepast.


Bij uitvoering S is de symetrie van het draaiveld beter, maar de motorwikkeling is minder eenvoudig. Deze motor is dan ook duurder in aanschaf, wat zich alleen loont bij grotere vermogens en langdurig(er) gebruik. Bij dit type hoeven de fasedraden niet verwisseld te worden bij de overschakeling van hoog naar laag toeren en omgekeerd. Het principe  van beide schakelingen is hetzelfde, en voor het omschakelen gebruik je een schakelwals. Duidelijk is dat de contacten verbroken moeten zijn voor omschakeling anders zou je sluiting hebben. Je hoeft echter niet te wachten tot de motor stil staat, maar kunt direkt van hoog naar laag en omgekeerd.


Net als bij gewone elektromotoren kent ook de dahlander schakeling een ster-driehoek uitvoering bij grotere vermogens. In dat geval worden alle 9 klemmen naar buiten gevoerd. Afhankelijk van de toepassing kunnen de wikkelingen in driehoek-dubbelster (voorbeeld), ster-dubbelster of dubbelster-driehoek geschakeld worden. De driehoek-dubbelster heeft een constant draaimoment of koppel, wat meestal de voorkeur heeft. De ster-dubbelster heeft een laag aanloopkoppel en gebruikt men vaak bij pompen en ventilatoren.


Ook bij dahlander kunnen dubbele (gescheiden) wikkelingen toegepast worden, zodat 4 toerentallen ontstaan. De niet gebruikte wikkelingen moeten in dat geval open blijven om inductiestromen te vermijden. Zodra er gescheiden wikkelingen worden gebruikt is dat trouwens altijd het geval.


***arjen***