28 maart 2024
Otto: formules
wie weet waar ik wat formules te weten kan komen over, temperaturen , rv,
nattebol, g,dauwpunt enz. Je hebt in de regen gelopen? Nee…. lees dan
verder over de droge en natte bol en dauwpunt metingen. Verder
lezen……………

Wanneer het vochtgehalte van een
gasstroom gemeten moet worden plaatst men vaak een tweetal
temperatuursensoren in een gasstroom. De ene sensor is droog, terwijl de
ander nat gehouden wordt. Meestal ??nmalig om dan de meting uit te
voeren. Voor een volgende meting wordt hij dan weer nat gemaakt. Schilders
gebruiken deze heel regelmatig als deze de luchtvochtigheid willen bepalen van
de buitenlucht, voor zij gaan schilderen. Boven een bepaalde vochtigheid kunnen
zij niet schilderen. Of gebruiken een andere verfsoort. 

Met de ene temperatuur meter wordt de werkelijke
luchttemperatuur gemeten, terwijl de andere afgekoeld wordt door het water dat
verdampt op de voeler. Dit is hetzelfde effect dat je hebt als je natte handen
hebt en ze door de lucht beweegt. Hier zie je een tekening die dit voorstelt:

Het temperatuurverschil tussen de droge en
natte "bol" is nu een maat voor de vochtigheid van het
langsstromende gas.(Bijvoorbeeld lucht) Als DT
klein is dan hebben we gas dat bijna met waterdamp verzadigd is. Is DT
groot dan is de gasstroom erg droog. De natte bol wordt verzadigd met
water, hier zit een beetje katoen om gewikkeld.

Relatieve vochtigheid

Onder relatieve vochtigheid verstaat men de
verhouding tussen de heersende parti?le druk van de in een gasmengsel aanwezige
waterdamp en de bij die temperatuur behorende maximale dampdruk. De relatieve
vochtigheid wordt gegeven in procenten en is dus 0% voor droge lucht en 100%
voor lucht die verzadigd is met waterdamp. Dit laatste wil zeggen dat er bij de
heersende temperatuur niet meer water kan verdampen.

Zie hier de berekening:

Voorbeeld:

Neem bijvoorbeeld een mengsel van 10 g water met 1 kg
droge lucht bij een temperatuur van 35 0C. Dit mengsel is niet
verzadigd, want de verzadigingsdruk van waterdamp bij 35 0C
bedraagt  5,62 kPa = 39,5 g m-3, hetgeen beduidend meer is dan
10 g kg-1. Het volume van 1 kg droge lucht bij 101,3 kPa en 308 K
bedraagt:

1000 . 8,314 . 308 / (28,99 . 101,3.103)
= 0,872 m3.

Het waterdampgehalte bedraagt dus 10 / 0,872 =
11,5 g m-3; dit is 28 % van de verzadigingsdruk. Men zegt dan dat de
relatieve vochtigheid 28 % bedraagt.

Ik hoop dat je hiermee voort kunt.