scheepsrompen
Dit is misschien wel een wat raar onderwerp, maar ik ben bezig de trainingsboot van een maritieme jeugdbeweging op te knappen, dit was een oud-douane boot van de Belgische dienst voor de scheepsvaart. onlangs heb ik horen vertellen dat er drie soorten scheepsrompen zijn; (Vervolg van de vraag, op “meer lezen”)
waterverplaatsers, halfgeleiders, en geleiders. waterverplaatsers verplaasten gewoon hun water, en hebbe een beperkte snelheid (afhangend dus van de romp) halfgelieders bouwen hun golf op, waarop ze kome te liggen om, snelheid te halen, en geleiders zijn (zoals meest bekend) speedboten, deze bouwen hun golf op en gaan hier op liggen,, waardoor praktisch heel weinig waterverplaatsing ontstaat. nu vraag ik mij af wat voor romp onze trainingsboot heeft (foto’s op http://www.kmkhasselt.netfirms.com onder de foto’s link onder T25) en graag zou ik ook willen weten hoe men de verschillende soorten kan herkennen, volgens de romp en eventueel motorvermogen, onze boot is twaalf meter lang en heeft 2x een Cummins diesel van 202PK bij 3300Rpm.
Alvast bedankt
Antw.: De T 25 is een echte waterverplaatser, ik kan het onderschip niet goed op de foto’s zien, maar het lijkt op een diep v-spant.
Hieronder zie je enkele verschillende typen rompen:
Van links naar rechts de meest voorkomende vormen te beginnen met de eenvoudigste, de platbodem, ook wel platboomd genoemd, met daarnaast de rondbodem, ook wel rondboomd; niet te verwarren met rondspant. Als derde de knikspant, heden ten dage de meest gebruikte vorm voor (stalen) motorboten. De multiknikspant heeft twee of meer knikken en benadert daarmee de V-rondspant die nauwelijks nog gebouwd wordt. Daarnaast de rondspant en de wat stabielere gepiekt(e) rondspant. Vervolgens de bij zeilboten veel gebruikte S-spant met doorgebouwde kiel en tot slot de diep-V-spant die eigenlijk alleen bij snelle motorboten wordt toegepast.
Ook heel belangrijk is de zogenaamde rompsnelheid van een boot.
De maximum snelheid van een waterverplaatsend schip afhankelijk van vorm en lengte (car?ne) van het onderwaterschip en uiteraard de weerstand van het water. Meer motorvermogen zal nauwelijks invloed uitoefenen, hooguit zal het achterschip dieper in het water worden getrokken waarbij de vaareigenschappen slechter worden. Als alleen de lengte van de waterlijn in beschouwing wordt genomen kan je de volgende vuistregel gebruiken: 2.45 x wortel waterlijn (in meters) = rompsnelheid in knopen. Vermenigvuldig dat met 1.852 en je weet de rompsnelheid in kilometers. Wil je alleen kilometers weten gebruik dan 4.54 x wortel waterlijn (in meters). De vuistregel gaat slechts op als er voldoende water onder het schip is. Men spreekt zelfs over 10x de diepgang.
bronnen en links:
http://members.lycos.nl/pworules/weerstand.html