aronskelk
aronskelk De aronskelk stinkt,welke dieren komen er op af? Blijkbaar mensen… en vliegen denk ik. Aparte manier van voortplanting niet? Ik heb het dan over de vliegen natuurlijk. Lees meer……..
| Aristolochia grandiflora |
De aronskelk wordt nog steeds een beetje in verband gebracht met begrafenissen in Nederland. Niet in alle landen is dit zo, in Italië zijn het chrysanten die hetzelfde effect hebben, nooit kopen dus als je op visite gaat bij iemand in Italië. Maar goed de bloem stinkt dus, tenminste wij vinden hem stinken, maar vliegen vinden het heerlijk. De heerlijke geur van rottend vlees. Zij komen hier dus met grote getale op af, niet dat er veel te halen valt, maar door het rond scharrelen van de vlieg in de kelk. Wordt hij ondertussen rijk bestoven met het stuifmeel van de bloem. En ja, je snapt het al. Bij het bezoek aan een volgende bloem wordt deze bestoven en de stank heeft zijn werk gedaan. Hij is niet de enige die deze techniek gebruikt. Een hele bekende soort klimplant uit de tropen de zogenaamde Aristolochia grandiflora is ook een echte stinkplant met aasgeur. Hij is één van de grootste bloemen ter wereld. Ze kunnen in het totaal 3 meter groot worden.
De bloemen verspreiden een geur van rottend vlees, om bijv vliegen en andere insecten die dit lekker vinden aan te trekken. Er staan in de kelk haren één kant op waardoor de insecten niet meer naar buiten kunnen. Na één dag echter verwelkt de bloem en kunnen de insecten naar buiten. Niet dat ze van deze ervaring leren hoor. Ze vliegen zo weer bij een andere bloem van deze plant naar binnen. Die ze dan bevruchten met het stuifmeel dat zij door het andere avontuur nog bij zich dragen. Zo zie je maar wat voor ons stinken is, is voor andere weer lekker.
Er is ook nog een plant die nog een stap verder gaat op dit gebied. Het is de vliegenval. Ofwel venus plantje dat voorkomt alleen in een enkel stukje moeras in noord en zuid Carolina (Verenigde staten). De Latijnse naam is: dionaea muscipula. Deze gebruikt ook vliegen, maar dan in letterlijke vorm. Hij eet ze op, nou ja verteerd ze. Deze vliegenval groeit in een gebied dat een tekort in de bodem heeft aan stikstof, en mineralen. Door nu vliegen te vangen, en te verteren komt hij aan de noodzakelijke stoffen. Hij is verwant aan de zonnedauw : droseraceae. Deze komt ook in Nederland voor. De einden van de bladeren zijn gevormd als kleine bekjes. Ze hebben binnenin een roze vleeskleur. Ze maken ook nectar aan om het extra aantrekkelijk te maken voor insecten. Binnen in de "bek"zetten kleine tast haren. Zodra een vlieg één van deze haren aanraak, zal deze in 1 seconde sluiten. De vlieg verwacht van een plant geen gevaar, en zal blijven zitten. Aan de randen zitten een soort steeltjes, zeg maar tanden die volledig in elkaar grijpen. De vlieg kan er niet meer uit, en de plant begint verteringssappen te maken. Zodra de vlieg is verteerd gaat de val "bekje" weer open, klaar voor de volgende hap. Dit kan zo’n 8 keer gebeuren, daarna sterft dit bekje af. Zie hieronder de foto.
En als je dacht dat Aronskelken alleen maar wit zijn.