21 november 2024

Soldeer zilver en of tin

In de electronica soldeerd men met een tin-lood legering soldeer.
Nu heb ik mij laten vertellen dat zilversoldeer voor betere contacten zorgt.
1 is dit waar.  2 En indien waar, waar kan ik dit verkrijgen :: google bied geen soelaas.


Met zilver kun je inderdaad ook solderen, maar geen printplaten. Het zilversoldeer wat je bedoeld wordt gebruikt voor hardsolderen van metalen. Tin-Lood soldeer is trouwens m.i.v. dit jaar verboden en mag niet meer gebruikt worden.

Lees verder . . . . . .

Ziversoldeer is trouwens nog steeds verkrijgbaar al wordt het bijna niet meer toegepast. Met tig lassen zijn betere en goedkopere en snellere resultaten te realiseren. Zuiver zilver heeft trouwens een veel te hoog smeltpunt om mee te solderen, zodat de zilversoldeerstaafjes een legering zijn van zilver (55%), koper (21%), zink (22%) en tin (2%). Om een goede hechting te krijgen tussen soldeer en basismateriaal, zal het oppervlak perfect schoon moeten zijn; eerst reinigen met een ontvetter en daarna opruwen met fijn schuurpapier. Hierbij worden restanten van oxides verwijderd; bovendien hecht het soldeer beter op het ruwe oppervlak. Om te voorkomen dat er tijdens het verwarmen een nieuwe oxidehuid ontstaat, smeert men de te solderen oppervlakte in met een vloeimiddel (flux). Bij zilversoldeer gebruikt men hiervoor b.v. Flux-6 (smeltpunt 600°C). Alleen als het staal gevoelig is voor hoge temperaturen of als we met roestvast staal werken, kiezen we voor zilversoldeer; gebruik hierbij een speciale flux b.v. Ativatec 1000.

Voor lagere temperaturen wordt messing gebruikt als soldeer met als fluxmiddel b.v. Boracit (smeltpunt 800°C). Bij messing- en zilversoldeer moet je een zuurstof-acetyleen of zuurstof-propaanbrander gebruiken. De hoogst bereikbare sterkte van messingsoldeer is ± 450 N/mm2, die van zilversoldeer ± 500 N/mm2. Zilversoldeer is kritischer om mee te werken, maar het lage smeltpunt maakt het mogelijk om een frame te bouwen m.b.v. een propaanbrander (turbo-type). Bij de zwaardere verbindingen is soms een extra brander nodig. Zilversoldeer met een hoger zilvergehalte is erg dun vloeibaar. Er wordt in dat geval trouwens het zwaar milieu vervuilende cadmium aan her zilver toegevoegd. (40% zilver,18% koper,15% zink,27% cadmium smelttraject : 610-660°C). Iedere legering heeft weer een ander smeltpunt.  Zo zijn er o.a. devolgende legeringen voor hardsolderen: 60% zilver,30% koper,10% tin smelttraject : 610-710 C ::: 20% zilver, 40% koper,40%zink smeltraject : 700-800 C  ::: 9%zilver, 53%koper 38% zink smeltraject: 770-840 C ::: 60%koper, 40%zink smelttraject: 890-950 ::: 48%koper, 40%zink, 12% nikkel smeltraject: 930-980.

Zodra de juiste temperatuur van het werkstuk bereikt is, moet je het soldeerstaafje met de flux erop mee verwarmen in de vlam van de (acetyleen)brander. Daarna zet je het hete staafje op het werkstuk en zal het smelten en mooi uit gaan vloeien. Er zijn trouwens ook kant en klare zilverstaafjes met fluxmiddel erop in de handel.

Nou met een brander op een soldeerprintje werken is wat lastig en een temperatuur van 600 ºC vinden de meeste componenten op de print ook al niet zo leuk. Je bent dan toch echt aangewezen op soldeertin (smeltpunt 180ºC). Het soldeertin wat tot nu toe gebruikt werd om electrische componenten mee verbinden is een mengsel van tin en lood. Zuiver tin smelt bij 230 graden en lood bij 330 graden. Een mengsel van beide metalen heeft een lager smeltpunt. Met een wisselende mengverhouding kan elke temperatuur tussen 330 en 180 graden ingesteld worden. Een mengsel van 60 % tin en 40 % lood heeft een smeltpunt van ongeveer 185 graden. Dit is wat wij ons soldeertin noemen. Het wordt ook wel 60-40 tin genoemd. Bij het solderen worden de te verbinden componenten heet. Aan het metaaloppervlak tegen de 200 graden. Dit moet wel om het soldeer goed te laten vloeien. Gelukkig ondervindt het halfgeleidermateriaal geen schade van die hoge temperatuur.

Je hebt trouwens geluk, want sinds begin dit jaar mag er officieel geen loodhoudend soldeertin meer gebruikt en verkocht worden. Oudere apparaten, die nog op de conventionele manier gesoldeerd zijn, mogen nog wel met loodhoudend tin worden gerepareerd. (nooit loodhoudend met loodvrij mengen ! !) In plaats an lood voegt men nu o.a. zilver aan de tin toe (96,5% tin, 3% zilver, 0,5% koper). Het smeltpunt van deze legering ligt trouwens wel hoger en het solderen met het nieuwe tin is ook een stuk lastiger.

***arjen***